Een initiatief van

Jan Bernard

ProNatur, Peru

Hallo, ik ben Jan Bernard en ik teel biologische mango's, granadilla's, tamarinde en allerlei andere exotische fruitsoorten in het noorden van Peru. Hartelijk dank voor het kopen van ons fruit!

Ons bedrijf, ProNatur, is een samenwerkingsverband van kleine boeren, die in 1996 is opgericht in de tropische hooglanden van het regenwoud rond de stad Moyobamba. Inmiddels zijn er zo'n 1200 boerenfamilies bij ons aangesloten die tezamen meer dan 3500 hectare aan koffie, mango's, passievruchten, bonen, erwten, bananen, asperges en allerlei andere gewassen en fruitsoorten telen. Bovendien zorgen we met z'n allen voor zo'n 50.000 hectare beschermd regenwoud.

De meeste boerderijen zijn tussen de 2 en 5 hectare groot en zijn gelegen in afgelegen gebieden in de noordelijke hooglanden van Peru. De boeren zijn deels immigranten uit de arme, hoger gelegen delen van de Andes; deels oorspronkelijke bewoners uit de streek; en deels groepjes afstammelingen van Aguaruna en Huambisa indianen uit de Amazone, die zich geleidelijk integreren in de Peruaanse samenleving.

De meeste landerijen liggen in de Altomayo region, aan beide zijden van de Mayo rivier, en op de oostelijke hellingen van de Marañón rivier, op een hoogte van 1300 tot 2000 meter. Beide rivieren meanderen door het vruchtbare regenwoud, bekend om zijn soortenrijkdom. Deze kwetsbare bodems moeten beschermd worden tegen zware regens om ze te behoeden voor erosie.

Elke boerenfamilie krijgt daarom begeleiding van agronomen die gespecialiseerd zijn in duurzame ecologische landbouw. Deze helpen de telers om hun landbouwmethodes te verbeteren en tegelijk het ecologische evenwicht intact te laten.

ProNatur is erg succesvol gebleken in het verbeteren en veiligstellen van de inkomenssituatie van haar leden en hun gemeenschappen. We zijn zowel IMO als BioSuisse gecertificeerd.

 

Interview met Jan Bernard

N&M: Wat motiveerde je om een biologisch project in dit afgelegen deel van Peru te beginnen?
Jan Bernard: Als je kijkt naar de kwetsbaarheid van ons ecosysteem en de rijkdom aan biodiversiteit, is ecologische landbouw de enige optie. We hebben de negatieve effecten van de "Groene Revolutie" gezien in andere delen van Peru die al eerder zijn ontwikkeld. Toen de eerste tekenen van verval in onze regio duidelijk werden, hebben we besloten om in te grijpen, om onze voedselvoorziening veilig te stellen. Biologische landbouw is gebaseerd op bodemvruchtbaarheid, biodiversiteit en gebruik maken van lokale kringlopen. Dat sprak ons erg aan, omdat we onze bodem en biodiversiteit wilden redden. De boeren hier konden zich bovendien geen externe inputs veroorloven, dus zijn we creatief geworden met wat we hebben.

N&M: Kun je ons een voorbeeld geven?
Jan Bernard: We gebruiken eenvoudige technieken zoals mulch en compost om erosie en het weglekken van voedingsstoffen te voorkomen. Voorzichtig, beheerst snoeien voorkomt dat de bomen te snel verouderen en zorgt voor goede omstandigheden voor de struikachtige gewassen zoals de koffie uit deze streek. De enorme variëteit aan oude schaduwrijke bomen is niet alleen belangrijk voor de trekvogels die in de streek overwinteren, maar ze vormen ook een belangrijke beschutting voor de traditionele koffiesoorten die telen. Door de bomen te beschermen, hebben we de negatieve gevolgen van de vroegere slash-and-burn landbouw kunnen herstellen. We moedigen onze mensen aan om zelf meer soorten gewassen te telen zoals bonen, erwten, cassave, bananen enzovoort, in plaats van hun eten van verre markten te halen. Hiermee kunnen ze hun dieet verrijken en tegelijk meer biodiversiteit in stand houden.

N&M: Zijn die gewassen geschikt voor deze streek?
Jan: Ja. De bonen bijvoorbeeld zijn van de soort Phaseolus en Vigna Genera en worden als een wilde variëteit gezien. De teelt in deze streek gedurende 3000 jaar heeft ervoor gezorgd dat ze erg goed zijn aangepast aan de droogte. Ze bieden mensen essentiële eiwitten en zijn een goede bron van vitamine B1. Cassave komt oorspronkelijk uit Brazilië, maar wordt hier al honderden jaren geteeld. Het is een belangrijke bron van koolhydraten en vormt een onderdeel van bijna elke maaltijd.

N&M: Het klinkt bijna alsof Pronatur meer een ontwikkelingsproject is dan een bedrijf?
Jan: Wel, feitelijk is het een coöperatief bedrijf met een sterke nadruk op ontwikkeling. Alles wat we hebben bereikt is het resultaat van de toewijding en het harde werk van de mensen die deel uitmaken van Pronatur. 

N&M: Hebben jullie hulp gehad van ontwikkelingsorganisaties?
Jan: Nee. Alles waar Pronatur vandaag voor staat, is het resultaat van onze eigen investeringen en inspanningen.

N&M: Kijkend naar het aantal telers waar Pronatur uit bestaat, moeten jullie flink wat logistieke uitdagingen zijn tegengekomen. Kun je wat voorbeelden geven?
Jan: Het lastigste was om al onze telers voor te bereiden op certificatie. Dat betekent dat iedereen moet begrijpen dat ze zich moeten houden aan vastgestelde standaarden. Hoewel de traditionele landbouw goed aansluit op de biologische praktijk, moesten we toch heel veel uitleggen, vooral over snoeien en beperking van erosie. Toen de telers merkten dat de strengere regels ook een betere oogst opleverden, werd het makkelijker. We hebben echter een compleet team van agronomen in dienst die de telers blijven bijstaan. Er komt een hoop papierwerk bij kijken waar niemand dol op is, maar we doen het. Omdat het gebied nogal afgelegen is, moesten we ook de kwestie van transport oplossen. Dat doen we door samen te werken met kleine lokale bedrijfjes.

N&M: Wat is je hoop voor de toekomst?
Jan: Het is belangrijk dat consumenten gaan beseffen dat ze invloed hebben op de wereldwijde gang van zaken. Ik zou willen dat projecten zoals Pronatur veel meer actieve steun krijgen van consumenten wereldwijd. Op die manier kan globalisering een positieve ontwikkeling zijn, want het geeft mensen elders ter wereld de mogelijkheid om te delen in de welvaart en te leven in waardigheid. 

U bent hier

Duurzaamheidsbloem

Tabs

Waar te vinden?

Map